Gloios

Waarom zijn wij op zoek gegaan naar informatie over gloios? Omdat wij ons voor het schrijven van deze ontzaglijke roman, deze “Allia Potestas – hoe een driehoeksverhouding de eeuwen overwon”, in niets minder moeten verdiepen dan in de werking van de menselijke, en met name ook de vrouwelijke, sexualiteit. Vanuit de moderne wetenschap weten we daarbij, dat een belangrijk verschil tussen de sexen daarin ligt, dat waar mannen sexueel opgewonden raken van visuele stimuli, vrouwen ontvankelijker worden door geur. De opwindende, “sexueel motiverende”, werking van het feromoon, dat middels humaan leukocyt antigeen materiaal in het reukorgaan feilloos signaleert over de histocompatibiliteit (complementaire antistoffen in het boed) van de gerokene. En, zo weet men nu, in vers zweet zit androstenol, een stofje dat de bloed-brein-barriere moeiteloos kan nemen en daar allerlei – naar wij voelend vermoeden – belemerrende inhibities vermindert en dus de geilheid toelaat.

In het zoogdierenrijk is het niet ongebruikelijk dat mannetjes in de bronstijd strijden om het tochtige teefje, soms zelfs tot de dood er op volgt. En dan is het eigenlijk ook altijd wel zo dat het tochtige teefje ontvankelijk is om zich door het overwinnende mannetje te laten nemen. In hoeverre zouden feromonen, angstzweet, overwinnaarszweet, adrenaline, de geur van doodstrijd en overlevingsdrang, een rol spelen bij deze sexuele motivatie en ontvankelijkheid?

En zijn wij mensen, waaronder net zo goed de dames, niet vooral ook zoogdieren, zeker in het meer dierlijke van ons bestaan, in onze sexualiteit en sexuele instincten?

“Gloios” verder lezen