Dagboek van een schrijver – Goede Vrijdag tot en met Tweede Paasdag 2019

Vrijdagavond
19 april 2019. Aan het einde van de middag stijg ik op van Schiphol naar Rome Fiuminico. Enkele uren later stap ik in de gehuurde Fiat 500 voor een rit naar Perugia. 200 kilometer, precies in de richting van waar de bloedrode Volle Maan de onbewolkte lucht, en het landschap, verlicht.

Aldaar aangekomen kennisgemaakt met mijn host. Ricardo. Een jonge musicoloog geïnteresseerd in leven en werk van Erik Satie. Op deze foto zie je hem het altaar van, naar zijn zeggen, de “religie van Erik Satie” demonstreren. Er achter hangt een poster, in het Grieks, van de film “Salo”. Naar een boek van Marquis de Sade. De film is in meerdere landen verboden.

Zaterdagochtend – Perugia
Na een goede nachtrust had ik op zaterdagochtend een afspraak met Giampiero Bevagna. Giampiero is een officiële gids van de VVV Umbrië en tevens professor in de Klassieke Talen van de Universiteit voor Buitenlanders van Perugia.

Perugia, Perugia. Wat is ze mooi. Perugia is op de top van een berg gebouwd. Ze wordt omringd door een meer dan tien meter dikke wal, die als een hoogtelijn om de berg heen loopt. Een lange roltrap vlak naast mijn verblijf leidt meteen de hoge, steile stadsmuren op. Door de kronkelige straatjes van het 3000 jaar oude stratenplan naar de Piazza IV Novembre, het oude Forum, bij de Basilica San Lorenzo, op de plek waar in Allia’s tijd de tempel van Iuno stond.

Prof Giampiero Bevagna en Thijs Cobben, Perugia, Piazza Communale

Met Giampiero was ik van tevoren in contact gekomen doordat ik met (een andere) professor Klassieke Talen had gecorrespondeerd en zij mij naar hem had doorverwezen. Giampiero vertelde honderduit over de plekken waar we langsliepen en de verhalen die daar bij horen.

Aquaduct bij de Porta Augusta, Perugia. Het water stroomde hier naar boven. Achter op de foto is nu een kerk zichtbaar, waar vroeger een groot waterreservoir was opgesteld. Dit aquaduct voedde de fontein tien meter onder precies dezelfde plek als waar nu de fontein hierboven op de foto staat.

In deze lieve man vond ik een weldaad aan algemeen vormende kennis over de Romeinse, en ook de nog oudere, Etruskische, geschiedenis van Perugia. Het was in de tijd van Allia al een duizend jaar oude stad. Toen nog maar een paar eeuwen geromaniseerd. Vol Etruskische, en Griekse, invloeden en gebruiken. Strategisch gelegen aan de vallei door de Tiber en dus een belangrijke handelsroute naar Noord-Oost Italië, Thracië, Asia Minor of Perzie. Een melting pot van culturen.
Schitterende uitzichten. Vanaf de hoge stadsmuren op de berg kijk je helemaal naar Assisi, dat hemelsbreed 10 kilometer aan de overkant van de groene Tiber vallei ligt, terwijl je de sneeuwbedekte toppen van de Apenijnen aan de horizon ziet opduiken.

Voor de Porta Augusta, de 3000 jaar oude Etruskische stadspoort die in 40 v Chr na de slag bij Perusia door Octavianus de latere Keizer Augustus met zijn naam werd getooid.

Door onze voorbereidende correspondentie had Giampiero precies de goede plekjes uitgezocht om langs te lopen, de plekjes waar de tweede eeuw na Christus tot leven kwam. Naar het badhuis van haar tijd, net buiten de wallen. De fantasie van Giampiero sloeg even mee op hol met die van mij, toen we fantaseerden over de scandaleuze entrees die onze controversiële pantomimespeelster daar in haar hoogtijdagen moet hebben gemaakt. En langs het bijbehorend, omhoogstromend, aquaduct. Maar het was vooral de afdaling naar de crypte van de San Lorenzo basiliek waar Allia tot leven begon te komen. Recente opgravingen hebben daar het Romeins Forum en de fundamenten van de stadsmuren hebben blootgelegd. Deze ondersteunen het enorme terras waar de tempel van Iuno en het oude Forum op waren gebouwd. De resten van voorgaande bouwwerken zijn door de eeuwen heen steeds geëgaliseerd. Met het puin vulde men de ingestorte gebouwen en open ruimtes. En op de ontstane vlakke grond zijn steeds weer nieuwe bouwwerken gebouwd. Culminerend in, sinds 30 jaar geholpen door extra fundering van staal en beton in de weer leeg gegraven puinhopen, het huidige Piazza IV Novembre en de veertiende eeuwse, veel later in Rococo stijl verbouwde, huidige San Lorenzo basiliek.

De Romeinse weg uit de tweede eeuw na Christus, die liep van de Porta Augusta langs de omringende muur van het Tempelterras naar het Forum op hetzelfde enorme terras. De muren binnen de muren moeten 60m hoog geweest zijn.
Mijn voet op de weg waar ook de voet van Allia Potestas gelopen moeten hebben, honderden keren, over precies deze steen.

Daar waren ook de restanten van een Romeinse weg te zien. Die moet tot ongeveer 225 AD, plus of min 50 jaar, in gebruik zijn geweest. Zou er, zo’n vijftig jaar na Allia’s leven, een grote aardbeving geweest? Er was in die tijd absoluut geen sprake van grote oorlogen in Italië. Maar toch lijkt het alsof de tijd sindsdien plotsklaps heeft stilgestaan en men (hoeveel later?) op de puinhopen weer een nieuw complex heeft gebouwd. Waaronder ooit, vermoedelijk, een zeer oude, derde eeuwse Kerk. Het nabijgelegen Assisi was in 235 al gekerstend.

Het moet dé weg van Perugia zijn geweest. Zo van de Porta Augusta naar het Forum. Hoe vaak zouden de voeten van Allia hier hun stappen hebben achtergelaten? Mijn gids Giampiero knikt instemmend en legt mij nogmaals allerlei details uit over de precieze ligging ten opzichte van het oppervlak (10m onder het huidige plein) en vertelt honderden wetenswaardigheden maar is ook zeer geïnteresseerd in waar mijn “research” over Allia Potestas mij tot dusverre gebracht heeft. Over driehoeksverhoudingen en interstedelijke mobiliteit in het vroege Keizerrijk. Over de rechtspositie van de ongetrouwde vrijgemaakte vrouw zonder pater familias. Een heerlijke ochtend met veel leringh maar ook heel erg veel vermaak…

Zaterdagmiddag en -avond – Museum en kookworkshop
Daarna een hele lange wandeling door Perugia. Springtime. Rokjesdag. Op zoek naar Allia. Een beetje geyogaat en gemediteerd bij een wat verlaten fonteintje in een park. Allia niet gevonden, de meisjes zagen er prachtig uit, maar bij geen had ik “die klik”. Misschien bij een vrouw van mijn leeftijd, blond, rebels, zevenmijlslaarzen om haar blote benen, een kop kleiner, die leek zo te zijn weggelopen uit een groep rondreizende theaterspelers. Maar toch… ook net niet, Allia is jong gestorven in ons boek.

Na een fantastische salade voor de lunch naar het MANU – Museo Archeologico Nazionale dell’Umbria . Wat een interessante wetenswaardigheden weer. Te veel om op te noemen. Een van de highlights was deze gedenksteen. Het kan toch niet anders of er moet tijdens die spelen ook pantomime getoond zijn. Wat voor indruk zal dat op de jonge Allia hebben gemaakt?

Marmeren voetstuk van een standbeeld van Antonius Pius, 166 AD. Museo Archeologica Nazionale dell’Umbria De Plebejers van de stad wilden, uit eigen zak, een standbeeld aanbieden aan duo-stadhouder Casius Ignatius Festus, om hem te bedanken voor de publieke spelen die hij voor hen heeft gearrangeerd. Tevreden met enkel de eer, heeft Ignatius het geld aan hen teruggegeven. In plaats daarvan heeft hij het stadsbestuur opgedragen een standbeeld op te richten ter nagedachtenis van Keizer Antonius Pius, De datering komt van de namen van de consuls op de zijkant van het voetstuk, en ligt precies op 166 AD. Alia Potestas, geboren op dezelfde dag als Keizer Commodus, was toen 5 jaar oud.

Aan het einde van de middag een rit in de Fiat naar Borgo Santa Lucia. 70 km, voor een groot deel langs het mysterieuze Lago Trasimeno. Daar heb ik mijzelf getrakteerd op een Toscaanse kookworkshop. Omdat ik de enige deelnemer was op mijn verzoek vegetarisch. Een enorme eer om voor de familie en vrienden van deze magiër van de Toscaanse keuken “alla mama” de paasmaaltijd te hebben mogen bereiden. Onder strikte supervisie van Paolo, mijn host, bij deze Agriturismo: http://www.borgosantalucia.it/ mocht ik dit vier gangen menu bereiden:
* gepaneerde aubergine met tomatensaus, mozarella en parmezaan
* zelfgemaakte tagliatella met een saus van artisjok
* twee frittata’s, een van groene asperges en een van courgette en ui, alles uit eigen moestuin
* zelfgemaakte pannacotta met rood fruit
en het was heerlijk en supergezellig!

Zondag – Assisi
De dag erna begonnen met vijf kilometer rennen door Toscaans landschap. Na het ontbijt afscheid genomen en in de auto naar Assisi, de voormalige Collonium Assisum en de tempel van Minerva. Met een pen en een notitieboek een paar uur op een terras zitten schrijven, voor jullie, aan de Allia. Voor het eerst in misschien wel 20 jaar weer, weesgegroetjes, gebeden. Op mijn knietjes in de kerk die nu in die tempel is gevestigd. Voor wijsheid en een wijs politiek bestuur en voor verstandig natuurbeheer.

Ook in Assisi was een Forum, en ook in Assisi lijkt de tijd ergens na 200 AD te zijn stilgestaan. Ook onder de piazza communale, maar hier zijn de opgravingen van 1836. Ook weer zeer interessant, Colonium Assisium moet toen een soort nieuwbouwstad geweest zijn, gesticht door Augustus na de Perusische oorlog. Vol luxe en goede voorzieningen en (nieuwe) rijkdom, stel ik me voor. Een enorm monument voor Castor en Pollux, de tweeling met twee vaders Zeus en Tyndareos. Veel grafschriften, waarbij steeds opvalt hoe bijzonder mooi het grafschrift van Allia toch was, geplaatst in zijn tijd.

I was there: voor de kerk van Santa Maria sopra Minerva.
Naast de tempel staat de Torre Civica (van de Burgerzin) o Torre del Popolo (van het Volk), in 1305 gebouwd.
Artists’ impression van het oude Forum onder de tempel van Minerva. Museo Civico e Foro Romano, Assisi.
Computerbeeld van de standbeelden van Castor en Pollux.

Na het bezoek aan dit interessante museum ben ik gaan wandelen, helemaal naar boven, naar het fort in Rocca Maggiore en helemaal om de stad heen over de Via Francescana, naar mijn auto. Alle indrukken van de dag ervoor verwerkend. En onder de indruk rakend van de oudheid van alles, van het landschap, van de magie van eerste paasdag op deze plek te mogen doorbrengen, van dankbaarheid dit te mogen meemaken.

Maandag – Ostia Antica
Giampiero had mij aangeraden de opgravingen bij Ostia Antica te bezoeken. En omdat dit slechts 7 kilometer ligt naast mijn vertrek luchthaven Roma Fiuminico leek mij dit voor de Tweede Paasdag een goed idee. Wat daar gebeurde, dat was echt pure magie. Allia A.L. Potestas heeft zich daar aan mij getoond.

Ostia Antica is een enorm complex van opgravingen uit de tweede eeuw na Christus. Ostia was tot die tijd een belangrijke Havenstad op 30 km van Rome aan de mond van de Tiber. Het einde van de Roman Warm Period zat er op. De Tiber verzandde. Daardoor werd steeds meer gebruik gemaakt van de nieuwere en betere haven Portus. Deze lag aan de overzijde van de Tiber. Portus was door Keizer Claudis in 70 na Christus gebouwd. Ostia moet vanaf die tijd steeds meer in onbruik zijn geraakt. Maar juist daarom is het zo’n goed bewaarde snapshot van het leven in… de “Imperial Age”, de Gouden Eeuw van Rome ten tijde van Allia Potestas haar leven, de tweede helft van de tweede eeuw na het begin van onze jaartelling.

Eerst word je langs de necropolis buiten de stadsmuren geleid. Vol gedenkteksten op grafstenen. Eerder dit jaar stond ik in Rome bij het grafschrift van Allia Potestas. Mij valt nu op hoe ontzettend veel tekst, in zulke mooie poetische woorden, haar grafschrift bevat in vergelijking met dat van bijvoorbeeld de belangrijkste magistraat uit Ostia uit dezelfde tijd? Kijkt u zelf maar:

Grafschrift van Domitius Fabius Hermogenes. Naast Ridder met een eigen standbeeld op het forum, en consul van Ostia, was deze man ook Scriba (secretaris-generaal) van de Aedilii (de uitvoerende macht) te Rome. Een hotemetoot! Zie bv http://www.ostia-antica.org/dict/prnec/prnec.htm
Waar het allemaal mee begon, met de magische woorden met hun op mij roepende werking, het grafschrift van Allia Potestas in het Museo Epitaphico in Rome.

Het getuigt van importantie en statuur, haar grafschrift. Het kan de vergelijking met dat van een, zeg, burgemeester, met glans doorstaan. En qua inhoud getuigt het van rouw en diepe liefde om een unieke vrouw. Volg deze link maar en lees haar grafschrift (nog maar) eens, het blijft ons in ieder geval inspireren.

Ze was waarschijnlijk een pantomimespeelster, dus het behoeft geen aanvullende uitleg dat vooral het amphitheater Thijs’ aandacht trok. . Hoe zou dit geweest zijn, bij de late avondvoorstelling, als Allia hier door fakkels en lampions verlicht en met steeds opzwepender muziek het publiek in extase brengt met haar erotische dansen?

Publieksperspectief in het amfitheater van Ostia.
Artists’ impression van het amfitheater uit het gidsje van Ostia.
Allia’s perspective, van net boven de orkestbak op de steunpilaar voor aan het podium.

Het was een regenachtige, frisse en winderige dag, die 22e van de maand april in het 2019e jaar na het begin van onze jaartelling. Dus was het prettig om ook even te schuilen in het piepkleine museumpje. Half verscholen achter het cafetaria staat het er wat troosteloos bij, vijf zaaltjes expositieruimte. Eigenlijk verkeren de opgravingen zelf ook al niet in geweldige staat. En straalt alles geldgebrek, gecombineerd met een wat lamlendige, half verborgen werkeloosheid, uit. 1 loket om het kaartje te kopen, 1 om het af te laten stempelen, dat werk. Een en ander werd ook wel bevestigd door een ontzettend leuke suppooste, die er speciaal voor mijn vragen bij was gehaald door de gebrekkig Engels sprekende vrijwillige politie die koffiedrinkend toezicht hield.

“Ach meneer, hadden de Italianen maar de waardering voor hun eigen geschiedenis zoals u, maar zelfs de opbrengst van de kaartverkoop gaat hier naar het ministerie en komt niet bij het musuempark terecht.” Als oud museumdirecteur durf ik wel een inschatting te maken van het jaarlijks bezoekersaantal. Ik denk dat hier zo’n honderd duizend mensen per jaar komen, a 6 euro per stuk. Dat schat ik in op basis van de parkeerplaats op tweede paasdag en een schatting van het aantal bezoekers op tweede paasdag: ik denk nog geen 200. Het Nederlands Vestingmuseum had op zo’n topdag bijvoorbeeld 50 bezoekers en in totaal ongeveer 25.000 bezoekers per jaar. Ongelofelijk. Om u een idee te geven, vergelijkbaar met het Verzetsmuseum in Amsterdam. Om u nog een vergelijk te geven: in 2017 bezochten ongeveer 7 miljoen mensen het Forum Romanum en het Colloseum, dus zeg maar 70x zo veel.

Op basis van haar verhaal denk ik dat ze iets ouder was dan ik, ze was ook een stuk kleiner, ze zag er goed verzorgd uit en had een elegante uitstraling. Ze had psychologie gestudeerd, uit nieuwsgierigheid en een wens haar eigen jeugd beter te begrijpen. Maar daar had ze niet haar beroep van willen maken, want ze was haar studentenbijbaantje als suppoost ingerold en werkte hier dus al zo’n vijf en dertig jaar. We deelden zo wat over ons levensverhaal en dat was een hele mooie verbondenheid, op deze tweede paasdag.

Ik had prachtige beelden gezien maar begreep sommige van de bijbehorende bordjes niet dus had een vraag aan haar: “Wie of wat is Scilla?” en precies op het moment toen zij zei: “It’s a sea witch” toen viel het muntje. Ik zat hier naar niemand minder dan Allia Potestas te kijken!

Allia A.L. Potestas?

Het hoofd kan niet geloven wat de ogen zien. Deze niet minder dan kosmisch voelende gewaarwording roept naast serene extase meteen ook weerstand op. Dit is hineininterpretieren, selectieve waarneming. Natuurlijk, het kritisch denkvermogen doet er alles aan om de magie te verklaren, kapot te maken.

Maar… Het beeld is uit precies dezelfde tijd als waarin Allia in ons verhaal geplaatst is, in de tweede helft van de tweede eeuw na Christus. Ook een waarschijnlijke datering van het grafschrift van Allia, dat in de 1e tot wel de 4e eeuw na Christus is geplaatst. Allia moet een heel belangrijke pantomimespeelster geweest zijn, getuige haar grafschrift.

Het beeld is bij het “Ninfeo”, het Nymphaeum, bij het theater gevonden. Daar was, volgens mijn lieve suppooste, ook het beeldhouwatelier. Hoe plausibel is het, dat beroemde pantomimespeelsters model stonden voor beeldhouwers?

De orchestra, of orkestbak, van dit theater kon, in de havenstad Ostia, onder water gezet worden. De voorstelling van de legende van Odyssee, waar hij zes mannen verloor bij zijn tocht langs de nymf Scylla, gespeeld door een beroemde pantomimespeelster, uit zee verijzend met haar kostuum van octopusbenen en hondekoppen die uit haar zij ontsproten, laat zich makkelijk inprenten.

En dan… staat er nog een beeld. Die borsten, of beter borstjes… Zei haar grafschrift daar niet het volgende over?

pectore et in niveo brevis illi forma papillae

The curve of her breasts was small on her snow-white bosom.
De borsten van Scilla
De borsten van Ino Leucothea

Zou dit standbeeld ook van Allia A.L. Potestas zijn? Het was in dezelfde tijd gevonden ook uit het Nympaeum. Dit keer werd de nymf Ino Leucothea, de witte Godin, uitgebeeld. Ze lijkt… Hoe die lok haar over schouder valt en op precies dezelfde plek eindigt, de vlakheid van haar borstbeen, pectore. Haar energie, postuur van een danseres, haar uitstraling, is dit dezelfde vrouw?

Ino Leucothea, Allia A.L. Potestas?

Er staat nog meer in deze, volgens grafschriftkenners uitzonderlijk expliciete, beschrijving van het uiterlijk van Allia Potestas in haar grafschrift:

Her skin was white, she had beautiful eyes, and her hair was gold? An ivory glow always shone from her face-no mortal (so they say) ever possessed a face like it. The curve of her breasts was small on her snow-white bosom. And her legs? Such is the guise of Atalanta upon the stage. In her anxiety she never stayed still, but moved her smooth limbs, beautiful with her generous body; she sought out every hair.

Het klopt gewoon met wat ik zie. Vol enthousiasme deel ik mijn theorie met de instemmend knikkende gids. “Mooi, hoe alle stukjes dan op zijn plaats vallen, he?”, zegt deze psychologe in familieopstellingen, ook zo’n leuk thema in ons boek, op een heel rustige manier tegen mij. Ik denk dat ze wel mede verantwoordelijk is voor de “opstelling” van de beelden in dit kleine museum, met haar 35 jaar van dienst. Zie hier de Aureliusjes, de familie waar het verhaal van Allia Potestas zo nauw mee verweven is:

Het amphitheater moet een enorm propagandakanaal voor Keizer Commodus zijn geweest. Die hield zo van pantomime dat hij tot gruwel van de senaat overwoog om zelf met deze kunst op te treden, zoals hij ook als gladiator in de arena het aanzien van Rome en natuurlijk vooral zichzelf te schande maakte.

Mijn telefoon is op, en ik loop terug naar de te ver geparkeerde auto. In gedachten verzonken. In voelen verzonken. In het diepe voelen dat hier toch wel een extreme synchroniciteit plaatsgevonden lijkt te hebben. Waarbij alles “voelt” te kloppen. De herijzing van Allia Potestas op tweede paasdag in Ostia Antica, uit de dood, bijna twee duizend jaar na de haar vereeuwigende woorden op haar grafschrift.

Onderweg terug in het vliegtuig lees ik in het door een vriendin meegegeven boek “Een ongewoon gesprek met God” van Neale Donald Walsch en ook dat raakt me. Later in de trein naar huis realiseer ik me dat er nog een aanwijzing in het grafschrift van Allia verborgen zit, en wel in de vierde voetnoot op de pagina van haar vertaling:

[4] In Aeschylus’ Agamemnon (416-19) the chorus comments on the inadequacy of a statue as substitute for Menelaus’ real wife Helen. Admetus, in Euripides’ Alcestis, promises his dying wife that he will put a likeness of her in his bed, so that he can embrace and caress it and hold it in his arms, ‘so that I will seem to hold my dear wife in my arms even though I am not holding her’ (348-54), a speech that illustrates how much emphasis he places on her physical presence. Compare Anyte’s epitaph for Thersis, above, no. 13. A Roman sarcophagus lid in the Terme Museum, Rome, shows a man reclining, Etruscan-style, with his arm around not his wife but a bust of her.

To comfort me I have an image of  you which I cherish as sacred, and to which many a garland is given; and when I come to you, it, too, shall come.[4]

Wie weet, zou Allius een beeld van Allia hebben gehad om te aanbidden na haar dood. Het gaat natuurlijk veel en veel te ver om te denken dat dat een van deze twee beelden zou zijn…

Het was in de trein terug van Schiphol naar huis dat ik dat stukje informatie nog ontdekte. Nog volledig kapotgeslagen door alle indrukken en de verbluffende gebeurtenissen die mij dit weekend zijn overkomen. Rest mij te mogen afsluiten met nog een laatste citaat uit dit mooie en zo inspirerende grafschrift van Allia A.L. Potestas, en u allemaal toewensen dat u nog vele lentes, vele wedergeboortes van de levende natuur uit de dorre winter, moge meemaken!

As long as these published words of ours survive, so long will you live in these little verses of mine.

Quantumoumq. tamen praeconia nostra valebunt,
versiculis vives quandiucumque meis.